
Column Leentje Volker
Bedeltjes verzamelen
Onlangs stond ik op de Infratech om de oorsprong van de leidende principes toe te lichten. Acht prachtige projecten werden met passie gepresenteerd door teams die met recht trots waren op de manier waarop ze met elkaar hebben samengewerkt. Ze deden mee aan de competitie ‘Stop wishing, start doing’. Een wedstrijd om aandacht te vragen voor mensen die hun nek hebben uitgestoken om de bouwcultuur te veranderen door anders met elkaar om te gaan.
In de afgelopen vier jaar dat ik als secretaris verbonden was met het Opdrachtgeversforum, is gedrag en cultuur vaak onderwerp van gesprek geweest. Technisch en logistiek kunnen we in de bouw al veel. De meeste mensen worden hier door gedreven in hun keuze voor onze sector. Het lijkt echter lastiger om die technische hoogstandjes met elkaar in goede verhoudingen te realiseren.
Wat mij is opgevallen, is dat samenwerking in de keten eigenlijk twee kanten heeft. Het gaat om het realiseren van een bouwwerk van initiatief tot en met beheer, waarbij de opdrachtgever, architect, ingenieur, aannemer, toeleverancier en andere partijen in een horizontale keten met elkaar samenwerken. Achter deze horizontale schakels zit echter ook een verticale keten waarin de directeur net zo’n belangrijke rol speelt als de manager, medewerker, ondersteuner en stagiair. Deze verticale keten blijkt vaak nog hardnekkiger te bewegen tot een andere manier van samenwerken dan de horizontale keten.
Vanuit het TOPoverleg tussen het Opdrachtgeversforum en Bouwend Nederland zijn de leidende principes ontstaan die onderdeel uitmaken van de marktvisie. Een visie waarin we met elkaar toe willen naar een andere bouwcultuur. Een cultuur waarin we trots zijn op ons werk en trots zijn op elkaar. Omdat we het samen hebben gemaakt. Dit vereist dat we open staan voor elkaars belangen. En proberen om elkaar te helpen als iemand er om vraagt of ziet dat dit nodig is. Het enige wat hier voor nodig is, is een beetje lef en moed om het soms wat anders te doen dan de vorige keer of wat er vanuit je positie van je wordt verwacht. Om een keer tegen iemand uit een andere schakel te zeggen dat je een goed idee hebt dat het verschil kan maken en hoopt dat deze persoon je daarin ondersteunt.
Het zou zo mooi zijn als de laatste schakel zich net zo verbonden voelt met de eerste, dat de kennis en kunde van elke schakel gelijk wordt gewaardeerd en dat schakels van elkaar leren. In mijn optiek betekent samen gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor een opgave, taken verdelen op een manier die iedereen goed past en samen tot een mooi resultaat komen. Samenwerken betekent niet dat dingen als een soort van automatisme worden doorgeschoven naar het einde van de keten waardoor de keten een soort strop wordt.
Laten we ketensamenwerking zien als de gelegenheid voor een mooie halsketting met een bonte verzameling van parels en bedeltjes die met trots gedragen wordt. Toen ik jong was kreeg ik elke verjaardag een nieuw bedeltje aan mijn ketting. Wat was het spannend om te ontdekken welke prachtige kunstwerken ik mocht toevoegen aan mijn verzameling. Ik heb mijn bedelketting al lang niet meer gedragen, maar misschien moet ik de zilverpoets maar weer eens uit de kast halen. Het is tenslotte de bedoeling dat mooie dingen gedeeld worden.
Leentje Volker, voormalig secretaris van het Opdrachtgeversforum en Universitair Hoofddocent Publiek Opdrachtgeverschap aan de TU Delft
Labels:column, Leentje Volker