
Column Chris de Vries
Het vormgeven van succesvolle transities
We hebben te maken met veel uitdagingen, met veel tijdsdruk. Ik vind het wel een mooie tijd. Er zijn transities nodig die alle opdrachtgevers in de bouw niet alleen raken, maar waar zij zelf aan de lat staan voor de uitvoering. Er wordt volop over gesproken, in verschillende verbanden, en in veel projecten worden al dan niet experimentele en innovatieve toepassingen gezocht. Ik vind het interessant dat er nu een grote tijdsdruk ontstaat met scherpe doelstellingen. Er is daarom een grote behoefte om snel vanuit de vele pilots en experimenten naar een bestendige wijze van werken te komen. Wil dat zoden aan de dijk zetten, dan kan het niet anders dat dat opdrachtgevers in de bouw dat met elkaar doen en met elkaar de verbinding zoeken, maar uiteraard ook met de markt. Het Opdrachtgeversforum heeft als thema gekozen om duurzaamheid en circulariteit te verbinden aan de grote vervangingsopgave waar we voor staan.
Vanuit de provincies wordt, vrijwel altijd in samenwerkingsverbanden met andere bestuurlijke partners en/of marktpartijen, op veel fronten gewerkt aan het vormgeven van de transitie op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. Ondanks dat het een groot beslag legt op bijvoorbeeld mijn eigen organisatie, vind ik het nodig dat we, waar we maar kunnen, helpen de transitie in gang te zetten. Mag ik een paar voorbeelden noemen van het op gang brengen van vernieuwende activiteiten en projecten binnen ‘going concern’, deze vervolgens uit te breiden en in te bedden in de eigen werkprocessen en vervolgens, als noodzakelijk sluitstuk, een bijdrage leveren aan verandering van de sector als geheel.
Er wordt door provincies volop geëxperimenteerd met ‘zonnewegen’. Mijn collega’s en ik hebben afgesproken dat infrastructuur een energiefabriek moet worden (ambitie!). Naast de experimenten, die een ontwikkeling in gang hebben gebracht en waarmee we veel kennis hebben opgedaan en nog op doen, is er nu een opdracht gegeven de functionele eisen van zonnewegen te formuleren. De volgende stap zou moeten zijn om daadwerkelijk een markt op gang te brengen door opdrachten in de markt te zetten.
Op initiatief van Rijkswaterstaat wordt gezamenlijk gewerkt aan een asfaltimpuls. Voor een wegbeheerder is dit één van de belangrijkste assets. Ook hier zijn er in provincieland al veel experimenten gaande. Wil de impuls een echte impuls zijn of gaan worden (véél minder of geen CO2, langer meegaan), dan is het belangrijk dat er nú op het niveau van de gehele sector afspraken worden gemaakt. Er is (nogal logisch) een nauwe samenhang tussen beschikbare nieuwe producten, het daadwerkelijk op gang brengen van bestendige vraag vanuit de opdrachtgevers en een betrouwbaar transitiepad voor de aannemers en leveranciers van asfalt. Hier wordt inmiddels aan gewerkt.
Als voorbeeld van de activiteiten rond circulair bouwen noem ik het initiatief van het Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen (IFD). Samen met de Bouwagenda en provincie Overijssel werken wij aan het concretiseren van het routepad ‘vervanging bruggen en sluizen’. Hier willen we de toepassing van IFD bouwen en het hergebruik van materialen een sterke impuls geven. Het project Cruquiusbrug is voor mij een experimenten, het moet hèt ‘duurzaamheidsicoon’ worden…Tegelijkertijd wordt er een samenwerkingsverband ingericht, wat met betrekking tot de beweegbare bruggen en het IFD bouwen een Nieuwe Technische Norm gaat opstellen. Dat is natuurlijk belangrijk om een brede toepassing mogelijk te maken. Via de participatie in het Infrastructuur Innovatie Platform (gefaciliteerd door CROW) werken we aan kennisdeling en -verspreiding.
Deze voorbeelden hebben gemeen dat er in eerste instantie in een project meer of minder innovatieve elementen worden toegepast. Vervolgens is het zaak dat de kansrijke innovaties en afspraken die landelijk, bijvoorbeeld aan de ‘tafels’ worden gemaakt, (op korte termijn) neerslaan in het ‘beleid’ dat je bijvoorbeeld als wegbeheerder wilt of hebt te voeren. Van een succesvolle transitie kan echter pas sprake zijn wanneer we er in slagen met de hele sector (dus opdrachtgevers èn opdrachtnemers) de transitie vorm te geven. En dat onder tijdsdruk. Mooie tijd zei ik al.